Het scheprad moet het water ongeveer 25 á 30 cm omhoog voeren. De afmetingen zijn Ø110 cm en een breedte van 10 cm. De schoepen zijn 20cm lang. Om een goede keuze te kunnen maken betreffende het materiaal, ben ik in gesprek gegaan met de Firma Smolenaers BV te Nederweert. Er werden vier opties besproken. Staal is de goedkoopste variant, maar erg onderhoudsgevoelig. Omdat het scheprad altijd in het water staat en er dun plaatmateriaal word gebruikt is dit geen goede optie. Cortenstaal is een metaallegering, bestaande uit ijzer waaraan koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom zijn toegevoegd. De roestkleurige en zeer dichte oxidehuid schermt het dieper liggende materiaal af van zuurstof, waardoor de oxidatie sterk vertraagt. Door de oxidehuid is het niet nodig het materiaal te schilderen. Maar ook hiervoor geldt dat het waterrad altijd nat is en van dun plaat gemaakt is. De corrosie onder water zet zich voort. Aluminium is een betere keuze, maar ook hier komt een oxidehuid op, wat dan wit uitslaat. Om dit te voorkomen moet deze gecoat worden. Ik heb bij de Firma Cuypers te Weert een offerte aangevraagd, maar de kosten hiervan lagen erg hoog. RVS (Roestvrij staal) is dus een goed alternatief. Oxideert niet, alleen een verkleuring van wat in het water staat, maar hier kan een relatief goedkopen verflaag overheen. Dus m’n keuze is RVS geworden.
Om een sterke constructie te krijgen heb ik de sintelstukken (zijplaten) doorgetrokken tot en met de lengte van de schoepen, ook heb ik de gordingen (ronde hoepels) in het sintelstuk verwerkt. Zie foto met pallet. De sintelstukken heb ik laten laseren. Doordat dit een geheel is kon er in de hoeken een grote afronding gemaakt worden wat de constructie ook weer steviger maakt. De schoepen en de koker zijn ook gelaserd en daarna gezet. In alle onderdelen zijn gaten van Ø 4mm gelaserd, zodat ik deze met klinknagels aan elkaar kan bevestigen. Dit alles is verzorgd door de Firma Smolenaers BV te Nederweert.
Om de platen aan elkaar te bevestigen heb ik een beitel laten afdraaien, door Loek Geenen, in de vorm van het negatief van de klinknagel (bolkop). Voordat ik aan de slag ben gegaan met het klinken van het scheprad, heb ik eerst wat testjes gedaan met verschillende soorten en maten klinknagels. Met een pneumatische hamer heb ik twee delen aluminium plaatjes aan elkaar geklonken. Zo kreeg ik een beetje het gevoel van wat er allemaal mogelijk is. De aluminium klinknagels waren het makkelijkst, maar deze zijn niet sterk genoeg voor het scheprad. De RVS-nagels zijn hard en moeilijk te klinken. Ook wanneer ik deze, tot rood opstookte, lukte me het niet om een mooie kop te vormen. Uiteindelijk is de keuze gevallen op koperen klinknagels. Koud goed te vormen, reageert niet negatief ten opzichte van het RVS plaatmateriaal, is sterk en decoratief.