Het houten achtkant heeft de vorm van een regelmatige achthoek. De spanten heb ik gemaakt uit eikenhout, behalve het ondertafelement, deze is van Bilinga gemaakt. Bilinga is een harde houtsoort dat goed tegen vocht kan. Omdat het ondertafelement op het metselwerk komt te liggen heb ik deze keuze gemaakt. Het ondertafelement is de basis van het achtkant, deze bestaat uit acht onderling verbonden tafelementstukken. Schuin naar binnen gericht staan op het ondertafelement acht achtkantstijlen. Deze zijn aan de bovenkant voorzien van een blokdeel. Deze blokdelen verbinden de achtkantstijlen met het boventafelement.

Tussen beide tafelementen zijn de achtkantstijlen, met pen- en gatverbinding aan elkaar verbonden, door twee lagen legeringsbalken. De onderste balken zijn de vaste legeringsbalken. De balken die op de vaste legeringsbalken liggen heten de losse legeringsbalken, waarop de zolders rusten. Voor de stevigheid en om de zijwaartse krachten op te vangen heeft elke legeringsbalk twee korbelen die met een pen- en gatverbinding in een achtkantstijl en een legeringsbalk vast zit.

Alle pen- en gatverbindingen (72 stuks) zijn d.m.v. toogpennen vastgezet. De toogpennen heb ik gemaakt van Acaciahout, omdat deze fijn nervig en taai is. Dus de hele constructie is zonder lijm in elkaar gezet. Zoals het hoort. De kracht op de legeringsbalken worden met behulp van ankers extra ondersteund.

De vlakken tussen de achtkantstijlen heten velden. Wanneer het geheel op de muur is uitgericht kan ik de velden voorzien van veldregels en veldkruisen. De veldregels en veldkruisen zijn onderling weer gekoppeld met een verticale veldstijl.

In de hoeken tussen de achtkantstijlen en het boventafelement zitten de hondsoren ter ondersteuning van het boventafelement.  Door deze constructie heeft het achtkant genoeg stijfheid gekregen om de krachten die vrijkomen bij het draaien van de molen op te vangen.