Gegevens

De Overwaard molen No.2 is een grondzeiler. Grenen achtkant met riet bedekt op een metselwerk van 2,10 meter hoog. De functie van de molen is het bemalen naar een hoger gelegen afwatering. Om de molen zo realistisch mogelijk te bouwen, ben ik uitgekomen op een schaal van 1:6. Dus het 2,10 meter hoge metselwerk word 35 cm hoog. De molen zal op kaphoogte ± 2,8 meter hoog worden. Het hoogste punt van de wieken zal 4,85 meter. zijn. Op het peil is de doorsnede ± 1,75 meter. Op de muur maak ik een eikenhouten achtkant. De molen is met Patentriet (kunstriet) bekleed, want een traditionele rieten bekleding moet 30 cm dik zijn, hierbij kan ik geen verhouding 1:6 toepassen. Ik ben hier nog niet echt tevreden over en zal in de toekomst bekijken om het kunstriet te vervangen door natuurlijker materiaal. De kap heb ik bekleed met schaliën. Verder is alles in verhouding te maken, met hier en daar wat kleine aanpassingen. Voor het bemalen maak ik aan de voorkant van de molen een vijver. Het water wordt dan via het scheprad naar de achterkant weggevoerd naar een hoger gelegen bassin. Via een beekje, met een waterval, komt het water weer terug in de vijver. Voor mijn molen moet ik 2 tandwielen en 2 rondsels maken. De overbrenging van de Overwaard molen No.2 van de Kinderdijk is als volgt: Het bovenwiel 71 kammen, Het rondsel boven 40 staven, Het rondsel onder 27 staven en Het onderwiel 91 kammen Overbrengingsverhouding 1, 9 : 1 Dat betekend dat de wieken bijna twee keer rond moeten om het scheprad 1 keer rond te laten draaien. De steek voor beide bovenwielen moet gelijk zijn. De kammen/staven moeten van verschillende houtsoorten zijn. Het aantal kammen/staven mag niet door elkaar deelbaar zijn. Hierdoor krijg je een gelijkmatige slijtage van de kammen/staven. Dit geldt ook voor de onder wielen.