De bovenas

Voor het maken van de bovenas heb ik een doorsnede van de as 1:1 uitgetekend op A0 papier. Zo kan ik het model makkelijk opbouwen. Een model wordt in vier delen gemaakt en een kerndoosje voor twee kernen. Het grootste gedeelte van de as wordt in een boven- en een onderhelft gemaakt en de voorkant met ster ook in twee delen. Eerst draai ik de ronde delen. Dit doe ik door twee delen kunststof tegen elkaar te lijmen met een vel papier ertussen. Na het draaien kan ik de delen van elkaar splijten. Zo krijg ik dus een boven- en een onderhelft. De twee draaidelen worden verbonden met een dunne plaat van 4 mm dik. Op de platen wordt dan een driehoekig profiel verlijmd. Dit deel van de as wordt verder met ruggen afgewerkt, deze moeten wel lossend zijn in de delingsrichting. Nu is het moment dat de twee delen tegenover elkaar worden gecentreerd. Dit gebeurd met “dubbels”, in de ene helft een pennetje en in de andere helft een gaatje. Zo blijven de delen recht boven elkaar zitten. De twee blokken van de kop worden nu op het grootste draaideel gelijmd. Ook hierop moeten ruggen worden verlijmd. Voor ik de lijsten op de assekop lijm moet ik eerst de voorplaten met de ster op de kop passend maken en centreren. Nadat de lijsten erop geplaatst zijn kan ik de prenten voor de kernen erop lijmen. De prenten zijn bedoeld voor het uitsparen van de vorm, waar de kern ingelegd kan worden, voor het gieten. Ook hier weer afwerken en hollen trekken. Twee lagen grondverf en klaar voor gebruik.

Nadat het model is ingesmeerd met een lossingsmiddel, wordt de onderhelft van het model op een plaat gelegd. Omdat de lijsten van de assekop vast op het model zitten en dus tegen lossend zijn, moeten er eerst drie zandballen gemaakt worden. Na het uitharden worden ze in gepoederd, zodat deze niet gaan hechten aan de furaanzand. Tegen de staart van de as wordt een giettrechter gevormd en in de hals worden drie koelblokken in de onderhelft gelegd en in de bovenhelft een thermische bus om krimp te voorkomen. Ook komt er in de bovenhelft nog een opkomer voor extra voeding. De onderkast word nu gevuld met furaanzand. Na uitharding word de kast omgedraaid en kan de bovenhelft gevormd worden. Ook hier moeten eerst drie zandballen gemaakt worden. Na uitharden van de vormkasten worden deze ontdaan van het model en goed uitgeblazen, zodat er geen loszittend zand achterblijft. De zandballen worden in de onderkast gelegd en in de bovenkast verlijmd. De kasten kunnen op elkaar. Klaar om te gieten. Ik wil er twee, dus het ritueel begint opnieuw. De kasten zijn gegoten door Frans Geerlings en Marcel Ottenheim.

Na het gieten heeft Frans de kasten op een trilplaat gelegd om het vormzand te breken. Het was nog een hele klus om de kernen uit de kop van de as te krijgen. Nadat de assen van het zand ontdaan waren ben ik naar de zagerij gegaan om het overtollige materiaal af te zagen. Zoals de giettrechter en de opkomers. Om de as helemaal zandvrij te maken heb ik ze laten stralen. Door het gieten ontstaan er bramen die ik met een slijpschijf en dremel heb verwijderd. Door het slijpen en schuren word de structuur van het gietwerk aangetast, maar de meeste bramen zaten op de kop en die word geverfd, dus dit hoeft geen probleem te zijn. Toch heb ik ze nog een keer laten stralen.

Na het ontbramen ben ik met de as naar Loek van Geenen gegaan om deze te laten afdraaien. Voordat hij de as kon opspannen heeft hij twee hulpstukken moeten draaien om de as te kunnen uitrichten. Na opspanning heeft Loek eerst de hals op maat gedraaid. Doordat de as veel trillingen veroorzaakte heeft Loek twee spanbouten in de kop van de as gespannen. Na de afronding naar de kop en de waterkering, was het laatste klusje de staartpen. Deze op maat gedraaid en op maat afgestoken. Dit proces heeft twee en een half uur tijd gekost. Voornamelijk kwam dit door de trillingen die ontstonden door de vorm van de kop. 

Zo nu nog een kleurtje geven. De as heb ik goed afgesopt met thinner, om er zeker van te zijn dat alle oliën en vetten eraf zijn. Voor het schilderen van de kop heb ik Hammerite gebruikt. Ten eerste heb ik de kop twee keer in de grondverf gezet. Na het afplakken van de lijstjes heb ik drie lagen rood aangebracht. Dit kon nog met een relatief grote kwast, maar de lijstjes, in het wit, moest ik met een penseel verven.